Hallo!

Mijn naam is Michelle Hollands en ik zit nu in het eindexamenjaar HAVO. Het onderwerp van mijn profiel werkstuk is "artrose in de knie". Het onderwerp heeft betrekking op mijn profielvak Biologie.

Ik heb dit onderwerp gekozen omdat mijn oma in april 2012 een operatie heeft ondergaan waarbij haar kniegewricht is vervangen door een knieprothese. Mede hierdoor leek het mij heel interessant dit thema voor mijn profielwerkstuk te gebruiken. Ik heb  veel informatie ontvangen, zowel van internet als van mijn vader en mijn oma.

Onder het kopje "Home" kunt u informatie vinden over het kniegewricht en de anatomie van het kniegewricht.

Onder het kopje "Artrose" vindt u wat artrose werkelijk is, wat de oorzaken en de klachten zijn en hoe artrose door een arts wordt vastgesteld.

Ten slotte kunt u bij het kopje "Behandelingen" de behandelingen vinden die er kunnen worden gedaan in het geval dat er artrose is vastgesteld. Ook wordt er uitgelegd wat een vrouwenknie is, hoe de operatie verloopt, wat de revalidatie inhoudt, welke aanpassingen er genomen moeten worden op de leefgewoontes en informatie over het medicijngebruik.

Mijn orginele word document vindt u onderaan het kopje "behandelingen"

Veel plezier met het bezoeken van mijn site!

 

 

De knie

De knie (articulatio genus) is een gewricht in de vorm van een scharnierverbinding in het menselijk been. Het is de schakel tussen het bovenbeen en het onderbeen en verbindt het scheenbeen en kuitbeen met het dijbeen. Deze verbinding wordt aan de voorkant beschermd door de knieschijf (patella). Vanuit het gewricht kan het been gestrekt en gebogen worden over een afstand van 140°. Daarnaast kan het onderbeen bij een gebogen knie nog 8° draaien ten opzichte van het bovenbeen. Het kniegewricht ijkt qua functie dus op een scharniergewricht, maar is in werkelijkheid veel gecompliceerder want het heeft drie bewegingsassen. Tevens wordt met de knie het gebied van het been bedoeld dat deze verbinding insluit en steunt, dus ook het omliggende weefsel. De bewegingen van de knie verlopen soepel door middel van kraakbeen. De gewrichtsoppervlakken zijn bedekt door een laag kraakbeen met een dikte van ongeveer 4 mm. Het kraakbeen is veerkrachtig weefsel en zorgt ervoor samen met het gewrichtsvocht dat de botstukken gemakkelijk over elkaar glijden. Kraakbeen bestaat voor 90% uit water gebonden aan eiwitmoleculen en suikerachtige stoffen. Het kniegewricht wordt omgeven dor een gewrichtskapsel, dat aan de binnenzijde bekleed is met gewrichtsslijmvlies (synovia). Dit gewrichtsslijmvlies maakt vocht waarin voedingsstoffen zitten voor het kraakbeen. Ook dient het als smeermiddel voor het gewricht.

In dit Filmpje  kunt u de beweging van het kniegewricht zien:

http://www.youtube.com/watch?v=wyiJw034ssA

 

 

 

De anatomie van het kniegewricht

De knie is de schakel tussen het bovenbeen en het onderbeen en bestaat uit verschillende onderdelen, botten, gewrichtsbanden, de minisci, spieren en slijmbeurzen.

Er zijn drie botstukken betrokken bij de kniebewegingen, deze zijn het bovenbeen (femur) het scheenbeen (tibia) en de knieschijf (patella). Het knie wordt functioneel gezien als één gewricht, maar binnen de gewrichtskapsel liggen eigenlijk twee gewrichten. Namelijk het gewricht tussen het bovenbeen en het scheenbeen en het gewricht tussen het bovenbeen en de knieschijf.

Hoewel het kuitbeen verbonden wordt door de knie aan het bovenbeen heeft het geen enkele invloed op het bewegen van de knie.

De botten worden bij elkaar gehouden met gewrichtsbanden, deze worden ligamenten genoemd. De gewrichtsbanden bestaan uit sterk bindweefsel en ze verstevigen het gewricht. Het kniegewricht heeft een binnenband die in het gewrichtskapsel ligt en een buitenband die net buiten het gewrichtskapsel ligt. De binnen- en buitenband zorgen voor de zijdelingse stabiliteit van het gewricht. Centraal in de knie gelegen zijn de voorste en de achterste kruisband die het gewricht tussen bovenbeen en onderbeen als het ware in tweeën verdeelt. Deze banden lopen gekruisd. De voorste kruisband voorkomt dat het onderbeen naar voren verschuift en de achterste kruiband voorkomt dat het onderbeen naar achteren verschuift.

 

Het uiteinde van het bovenbeen is bolvormig, het uiteinde van het onderbeen is vlak, hierdoor passen beide uiteinden niet precies op elkaar. Om het kniegewricht toch goed te laten bewegen zitten er twee tussenschijven in, zo’n schijf heet een meniscus. Dit is een sinaasappelschijfvormig stukje kraakbeen. Ze zijn dus evenals een sinaasappelschijf aan de buitenzijde dik en worden naar binnen toe dunner. Aan de binnen en buitenzijde bevindt zich tussen bovenbeen en scheenbeen een meniscus. We maken onderscheid tussen de zogenaamde binnen meniscus (mediale meniscus) en de buiten meniscus (laterale meniscus). De menisci zijn aan de onderzijde vlak en aan de bovenzijde uitgehold. Daarnaast functioneren ze als schokdempers. Wanneer het gewicht op het been wordt gezet dan kunnen de menisci naar buiten uitwijken waardoor de neerwaartse kracht naar buiten wordt omgezet. Dit is vergelijkbaar wanneer je met je voet op een bal staat. De bal wordt platter en wijkt naar buiten uit waardoor een deel van de krachten die naar beneden zijn gericht naar buiten worden omgezet. Aan de meniscus onderscheidt men een voorhoorn, een middenhoorn en een achterhoorn. Dit zijn de uiteinden van de menisci.

 

De knie wordt in beweging gebracht door de spieren (musculus) rondom de knie. De bovenbeenspieren zijn hiervoor het belangrijkst, aan de voorzijde van het bovenbeen zit de vierkoppige bovenbeenstrekker (musculus quadriceps). Deze zit vast aan de bovenkant van de knieschijf. Aan de achterzijde van het bovenbeen zitten de hamstrings, dit zijn de buigers van de knie. De knieschijf is weer verbonden met een stevige band aan de voorzijde van het bovenste deel van het scheenbeen. Dit wordt de knieschijfpees (ligamentum patellea) genoemd. Ook sommige spieren in het onderbeen, met name de kuitspieren hebben bij de bewegingen van de knie een functie.

 

Een slijmbeurs is een dunwandige holte die gevuld is met dezelfde stroperige vloeistof als het gewrichtsvocht. Slijmbeurzen zitten op plaatsen die aan wrijving onderhevig zijn: tussen bot en huid, tussen pees en de huid en tussen pees en een botstuk. Een pees is een koordvormige of platte bindweefselverbinding tussen spier en bot. De belangrijkste slijmbeurzen rond de knie zijn die tussen de knieschijf en de huid (bursaprepatellaris) en tussen de knieschijfpees en de huid. Aan de achterzijde van het kniekapsel en dus buiten het kniegewricht ligt de knieholte. Hier lopen een aantal belangrijke zenuwen en bloedvaten.

 

 

 

 

This free website was made using Yola.

No HTML skills required. Build your website in minutes.

Go to www.yola.com and sign up today!

Make a free website with Yola